De graaf van Bentheim had eens in een oorlog twee ridders van een vijandig leger gevangen genomen. Zij werden in de kelder van de kruittoren geworpen. Jarenlang zaten ze daar te verkommeren in hun vochtige ruimte. Ze hadden iedere hoop op bevrijding verloren.
Dan kwam er een zomer met een verzengende hitte. Het graan verdorde op de akkers, alle waterbronnen waren leeg en het volk leed onder een groot watertekort. Ook op het kasteel was er een drinkwatertekort. De beiede gevangenen boden aan, een bron te maken, die zo diep was, dat er altijd water in zou staan. Ze wilden daar maar één ding voor terug: hun vrijheid.
De graaf ging op hun aanbod in en nog de zelfde dag begonnen de beide ridders met hun zware werk. De rots was hard, maar de mannen werkten van zonsopgang tot zonsondergang. Langzaam werd de put steeds dieper, maar ze vonden geen water. Zo vergingen tien jaren. De droogte was allang voorbij, maar toch werkten de mannen verder.
En dan, op een zonnige morgen in Mei, kwam er plotesling eindelijk water uit het gesteente. De beide ridders jubelden en riepen naar boven. Ze werden omhooggetrokken en de graaf zelf bevrijdde ze van hun ketenen. Overgelukkig vielen de mannen elkaar in de armen. Maar plotseling stortten ze beiden levensloos ter aarde. De overmatige inspanningen en emoties waren hen te veel geworden. Maar de waterput bleef, en doet nog heden ten dage zijn werk.
Dit artikel komt van
© 2017 Bentheim.Info
www.bentheim.info
Tags: Legende, Geschiedenis, Bad Bentheim, kasteel, waterput
Please wait while you are redirected...or Click Here if you do not want to wait.