Een wonderlijk reisverhaal uit 1844

In de jaren 1843-1844 schreven drie mannen uit Drenthe, Dubbeld Hemsing van der Scheer (uitgever en schrijver uit Coevorden), Harm Boom (dagbladschrijver uit Coevorden) en Alexander Lesturgon ( predikant uit Zweeloo), een boek over hun reis van Bad Bentheim naar Coevorden. Het boek staat vol met volksverhalen, dialectwoorden en andersoortige wetenswaardigheden, en is geschreven op een onderhoudende, ironische toon.
De mannen waren in Bad Bentheim terechtgekomen door hun voetziekte: voetjicht (in het Grieks ‘podagra’). Ze hoopten dat de geneeskrachtige baden in Bad Bentheim zouden helpen. Op de terugweg schreven zij allerlei dingen op in de vorm van een reisbeschrijving.
Later bleek dat ze de reis nooit met z’n drieën gemaakt hebben en dat ze ook geen voetjicht hadden. Lesturgon en Boom hebben samen wel reizen door Drenthe gemaakt. Of ze het boek samen hebben geschreven, is de vraag. Waarschijnlijk was dit Lesturgon alleen. Daarover schreef hij namelijk in één van zijn brieven. Wel zeker is dat Van der Scheer het boek heeft uitgegeven. Waarom schreven de mannen een boek over een reis die ze nooit helemaal met z’n drieën gemaakt hebben?

De drie mannen maakten het boek om de mensen in Nederland een ander beeld van Drenthe te laten zien. Er werd nog maar heel weinig gereisd in die tijd. Dus veel mensen moesten maar geloven wat ze hoorden en lazen over Drenthe. Vaak waren dat verhalen over de armoede en ellende waarin de Drenten leefden. De drie schrijvers wilden juist laten zien dat Drenthe een plek was met een eigen geschiedenis, gewoonten en taal. Ze kozen er voor hun verhaal in de vorm van een reis te schrijven. In de tweede helft van de 19e eeuw waren reisverslagen heel populair.
Ook allerlei plaatsen in de graafschap Bentheim werden door de mannen beschreven: Bentheim, Gildehaus, Nordhorn, Neuenhaus, Veldhausen, Uelsen en Wilsum
In Nordhorn (“Dit miniatuurstadje telt 1000 inwoners”) was hun belangrijkste observatie:
“De booze wereld verhaalt veel kwaads van Noordhoorn. Zoo zoude er eene bij uitnemendheid groote neiging tot sterken drank te bespeuren zijn, heviger dan in eenige andere plaats van ’t graafschap”.
Over hun reisdoel, de plaats Bentheim zelf, waren ze een stuk positiever:
“Wij vonden er, wat wij zochten , in de eerste plaats vergoeding voor de postwagen-torluur, en ten anderen in de heilzame wateren der schaarsch-bekende badplaats, eene genezing voor ’t duiveltjen aller ligchaamskwalen , ’t podagra. Voor een paar podagristen is eene reis erger dan een terugtogt uit Rusland; ja, dan eene vaart ter helle , voortgestuwd door den Booze in eigen persoon. Wat sprong ons hart van vreugde, toen wij na de ellenden van den martelenden togt, ’t hooge slot van Bentheim in ’t gezigt kregen en reeds bij voorraad het zoete, zalige genot smaakten, dat ons dáár zou verkwikken! Aan die verwachtingen heeft de badplaats volkomen voldaan. De Booze is van ons geweken en zegenen den goeden Genius, die ons bed aangespoord tot eene bedevaart naar de hanoversche heilwateren”.
Het boek was het uitgangspunt voor het Podagristenpad, een ca. 75 km lang wandelpad dat globaal de route van de drie podagristen volgt. Bij het beginpunt is in een muur van het kasteel van Bentheim een steen met een afbeelding van de podagristen gemetseld en bij het eindpunt voor het kasteel van Coevorden staat een klein bronzen standbeeld van de podagristen.
Dit artikel komt van
© 2016 Bentheim.Info
www.bentheim.info
Bron: Regiocanon Drenthe en “Drenthe, in vlugtige en losse omtrekken geschetst door de drie podagristen“, heruitgave 1974
Tags: Geschiedenis, reizen, Bad Bentheim
Please wait while you are redirected...or Click Here if you do not want to wait.