“Eisch Duitschen grond!”

Nederland annexeert delen van Duitsland (1949)

Poster van het Comité voor Gebiedsuitbreiding – Bron: NIOD

Enkele maanden na de Tweede Wereldoorlog vroeg Nederland aan Duitsland een schadevergoeding van 25 miljard gulden. Eerder dat jaar was tijdens de Conferentie van Jalta echter al bepaald dat herstelbetalingen alleen in natura konden worden gegeven. Daarom werden verschillende plannen ontwikkeld voor annexatie van delen van Duits grondgebied. Het meest vergaande plan (het Bakker-Schut plan) voorzag in de annexatie van grote delen van het noordwesten van Duitsland, waaronder de hele graafschap Bentheim. Toenmalig minister-president Schermerhorn voelde weinig voor annexatie van Duits grondgebied, maar koningin Wilhelmina, een fervent voorstander van het annexatieplan, drong er bij hem sterk op aan om tot onderhandeling met de geallieerden over te gaan. In 1946 eiste hij namens de Nederlandse regering officieel 4980 km² aan Duits grondgebied op, nog niet de helft van het gebied dat men oorspronkelijk voor ogen had.

De Geallieerden verwierpen echter het Nederlands verzoek tot gebiedsuitbreiding, omdat de annexatie van Silezië en Oost-Pruisen door Polen al had geleid tot veertien miljoen Duitse vluchtelingen en verdere annexaties en volksverdrijvingen dit probleem zouden verergeren. Bovendien wilden de Britten en de Amerikanen, met het oog op de groeiende spanning met de Sovjet-Unie, een stabiel West-Duitsland.
In januari 1947 had de Nederlandse regering zijn aanspraken al afgezwakt tot 1840 km2, en uiteindelijk kreeg Nederland in 1949 na lang onderhandelen toestemming 69 km2 (6900 hectare)aan het Nederlandse grondgebied toe te voegen. Zo’n tienduizend Duitsers die in deze gebieden leefden woonden veertien jaar lang onder Nederlands bestuur.

Eén van deze gebieden  (in totaal 154 ha.) betrof het grondgebied van twee boerderijen in de buurt van Bad Bentheim: Hof Oevermann en Hof Aarnink, tussen Losser en Gildehaus.  Hof Aarnink ligt precies op de grens van Nederland en Duitsland en was onderdeel van een eeuwenoud landgoed op deze plek. In de late middeleeuwen werd het gebruikt als neutrale ontmoetingsplek door o.a. de bisschoppen van Utrecht en Münster, de graven van Bentheim , de hertog van Gelre en afgevaardigden van steden als Deventer en  Münster.

Rond 1916 waren de boerderij en de gronden gekocht door Julius Nathan Menko Hartogenis, een rijke Joodse textielfabrikant uit Enschede. Een officiële grensovergang was er toen nog niet, het landgoed was vanuit Nederland alleen  te bereiken via een zandpad vanaf Overdinkel.  Menko Hartogenis liet een brug over de Dinkel aanleggen en droeg die over aan de gemeente Losser, die op zijn beurt zorgde voor de verharding van het zandpad en de aansluiting  op de weg naar Klooster Bardel  (gebouwd in 1922) en Bad Bentheim.  De brug bleef vooralsnog gesloten voor de gewone mensen  uit Losser, alleen met een speciale vergunning kon men naar de kerkdienst in het klooster.

Na de opkomst van het Nationaal Socialisme veranderde alles: toeval of niet, 6 dagen na de brand in het Rijksdaggebouw in Berlijn in februari 1933 , ging ook de boerderij van Menko Hartogensis in vlammen op.  Ruim een jaar later overleed  hij  in Wenen.  Zijn vrouw was al in 1926 gestorven en zijn zoon stierf een paar weken later. Het landgoed bleef als nalatenschap en werd aanvankelijk verpacht.

In 1943, in oorlogstijd, kocht  Johann Aarnink uit Nordhorn, de vader van de huidige eigenaar Hermann Aarnink, het landgoed.  De boerderijen kwamen ongeschonden de oorlog door, maar daarna begon een moeilijke tijd. Direct na de oorlog leden ook de boerderijen van Aarnink en Oevermann  onder plunderingen  vanuit Nederland. Daarop besloten de Geallieerden tot de inrichting van een niemandsland (een “Sperrzone”) en moesten de bewoners tijdelijk vertrekken.

Hof Aarnink tegenwoordig

Bij de grenscorrecties in 1949 kwam de boerderij dus op Nederlandse grondgebied te liggen. Dat betekende voor boer Aarnink dat hij de melk niet meer naar de melkfabriek in Gildehaus moest leveren, maar aan de melkfabriek in Losser en in Nederlandse guldens uitbetaald kreeg. Deze situatie duurde tot 1963, toen de annexatie weer ongedaan gemaakt werd.
Tegenwoordig zijn op de boerderij een restaurant, midgetgolfbaan en een manege gevestigd. De manege wordt nog steeds geëxploiteerd door de familie Aarnink.

Zie: www.hofaarnink.nl

 

Dit artikel komt van vlag-NL
© 2017 Bentheim.Info
www.bentheim.info

Tags: Geschiedenis, grens, oorlog, Bad Bentheim