Tot 500 jaar geleden waren alle mensen in Nederland en Duitsland katholiek. Maar toen kwam het tot een splitsing van de kerk, die ook zijn impact heeft gehad in de afgelegen graafschap Bentheim. In 1517 timmerde Martin Luther zijn 95 stellingen op de kerk van Wittenberg, waarin hij de leer en de praktijk van de katholieke kerk bekritiseerde. Hij weigerde op de Rijksdag in Worms zijn stellingen weer in te trekken. Zijn leer kreeg steeds meer aanhangers, die zich “Lutheranen” noemden. Ook een aantal pastoren in de graafschap Bentheim, waaronder de Bentheimer hofpredikant Johann van Loen waren ijverige verdedigers van de nieuwe leer.
In de nasleep van Luther’s reformatie vormden zich radicale sekten in Midden-Europa, die het christelijke geloof in steeds weer nieuwe varianten interpreteerden. Eén van deze sekten waren de “wederdopers”, die onder meer de kinderdoop verwierpen, omdat baby’s nog geen vrije wil hebben. In 1534 hadden de wederdopers de macht in de stad Münster gegrepen. Dat was een directe bedreiging van gevestigde macht en dus belegerde de bisschop van Münster de stad, met hulp van onder andere graaf Arnold I van Bentheim. Na de inname werden 650 wederdopers gedood of terechtgesteld.
De strijd om het juiste geloof ging gepaard met veel sociale onrust. Daarom wees graaf Arnold I in eerste instantie de leer van Martin Luther af. Als één van de grootste grondbezitters in de regio was hij extra bang voor sociale onrust. Onder invloed van zijn vrouw en zijn neef Konrad van Tecklenburg, die al eerder protestant was geworden, riep hij in 1544 uiteindelijk alle predikanten van de graafschap bij elkaar in Bentheim. De vergadering besloot uiteindelijk tot “de afschaffing van de pauselijke godsdienst, de offergaven, processies, het aanroepen van heiligen, etc.” en sloot zich aan bij de Augsburgse confessie. In deze verklaring uit 1530 had een aantal Duitse vorsten zich uitgesproken voor de leer van Martin Luther.
In de oude kerken werden de kerkdiensten vanaf dat moment op de Lutherse manier gehouden. Alleen de gemeenten van Engden en Drivorden, sommige adellijke families en de kloosters Frenswegen en Wietmarschen bleven katholiek. Voorlopig liet men de hoogaltaren en de versieringen in de kerken ongemoeid. Dat zou pas 44 jaar later veranderen, tijdens de beeldenstom.
Dit artikel komt van
© 2016 Bentheim.Info
www.bentheim.info
Tags: Geschiedenis, geloof, reformatie, Bad Bentheim
Please wait while you are redirected...or Click Here if you do not want to wait.